Zuid-Limburg: bijzonder gebied
in Nederland door de hoogteverschillen.
Grootste deel is gevormd in de
periode voor het Pleistoceen.
Perioden:
- Laat-Carboon: tropisch kustmoeras, ontstaan steenkool door de druk van het veen.
- Eind-Carboon: gebergtevorming in Europa.
- Laat-Krijt: schelpdieren vormen kalklagen à mergel.
- Begin Tertiair: verjongingskuur: gebergtevorming (door erosie) à schiervlakte.
Pleistoceen: schiervlakte
veranderd in een terrassenlandschap (gevolg van) à insnijding en opheffing.
Interglaciaal: ondergrond van
de rivier was niet bevroren: rivier kan zich insnijden (diepte-erosie).
Beweging van aardplaten à opheffing à rivieren stroomden sneller en sneden zich in à ontstaan stijlranden.
Opheffing minder snel? à breedte-erosie.
Löss is gevoelig voor
bodemerosie, daarom lieten de boeren houtwallen staan om te voorkomen dat löss
zakt (bij regenval bijv.), maar dit was een hindernis voor de landbouw, daarom
werden die graften weggehaald.
Holle wegen: wegen die ontstaan
als het stromend water wegen uitdiept in Zuid-Limburg.
stijlranden = steilranden
BeantwoordenVerwijderen